
Huid op huid
Voor de verpleging van de NICU is de dag opgedeeld in shifts en verzorgingsmomenten. Ze vinden het fijn als ik hierop aansluit. Als Bram er weer is gaan we samen naar de NICU. Het is duidelijk dat er veel afhangt van de verpleegkundige die je treft. Op maandagavond zei een verpleegkundige dat ik Lise niet mocht vasthouden, omdat dat haar zou 'storen'. Dit maakte me erg verdrietig. In plaats daarvan zat ik een hele tijd naast haar met een hand op haar lijfje.
Dinsdagochtend treffen we iemand anders. Zij maakt meteen tijd vrij om Lise op mijn blote huid te leggen. Hier valt ze weer lekker in slaap en ik doe mijn ogen ook nog even dicht.

We leren langzaam waar alle snoertjes aan haar lijfje voor dienen en hoe we haar kunnen verzorgen. Met een nat watje mag ik haar voorzichtig een beetje wassen. In bad zit er nog een hele tijd niet in. Lise heeft veel witblond haar, dat nóg witter blijkt als ik restjes bloed wegpoets. Iedereen die haar ziet zegt hier iets over, want dat is vrij zeldzaam voor een pasgeboren baby. Ze heeft het niet van een vreemde, want Bram werd met blonde krulletjes geboren.
Het gaat goed met Lise, afgezien van het teratoom. Op dinsdag, de dag na haar geboorte, drinkt ze voor het eerst bij mij. Dat voelt geweldig. Veel dingen kan ik niet voor of met haar doen, maar mijn melk kan ik haar wel geven. In de dagen die volgen merken we hoe de houding van de verschillende verpleegkundigen verschilt. Het werk op de NICU is niet niets, dus houdt het personeel van structuur en duidelijkheid. Niet iedereen staat te springen om mij te helpen met het aanleggen van Lise. Een flesje of voeding via de sonde is voor hen eigenlijk makkelijker. Gelukkig leer ik snel om assertief te zijn, juist nu is het huid op huid contact en borstvoeding belangrijk voor haar, dus houd ik vol als een verpleegkundige 'moeilijk' doet.
Verdriet over beperkingen
Op de NICU liggen natuurlijk veel premature kindjes, van soms nog maar 26 weken oud. Af en toe zie ik een ieniemini rood voetje omhoog steken uit een couveuse en ik hoor ze natuurlijk regelmatig huilen. De stemmetjes klinken nog een stuk hoger en zachter dan die van Lise.
De verpleging is altijd druk, dus als Lise een keer gaat huilen is er niemand om me te helpen haar vast te houden. Ik probeer haar te troosten met een speen en mijn stem, maar het werkt niet. Ze heeft honger. Uiteindelijk komt een onbekende verpleegkundige naar ons toe. 'Waarom pak je haar niet gewoon?!' Ik kijk naar beneden, naar ons huilende meisje. Aan alle snoertjes, waarvan wij nog niet weten hoe we ze tijdelijk los moeten koppelen, en begin te huilen. 'Ik weet niet hoe!'
Het is niet niets. De beperkingen en ongemakken van een herstellende buikwond (auw!), de hormonen van een pas bevallen moeder en de bijkomende zorgen van een kindje op de NICU..