
Uit diverse psychologische testen blijkt dat de meeste mensen artsen automatisch vertrouwen. De witte jas zorgt voor een aura van alwetendheid en vertrouwen. Artsen zijn echter ook maar gewoon mensen. Dat wist ik natuurlijk wel, maar het is makkelijk om dit uit het oog te verliezen. Soms is het nodig om weer een keer (of twee!) te worden herinnerd aan hun menselijkheid.
1. Een frisse blik
Tijdens de vorige Spinapoli maakte de fysiotherapeut zich zorgen over de stand van Lises voetjes. Door de beschadiging van haar zenuwen heeft ze een lichte klauwstand van haar tenen. Ook heeft ze volgens hen teveel mobiliteit in haar enkels. Dit kan problemen opleveren, omdat ze dan minder stevig staat en minder snel gaat lopen. In de periode na de Spinapoli blijkt hier alleen niets van. Lise gaat staan en vrijwel meteen lopen langs meubels. Soms zet ze een voet vreemd neer, maar dit corrigeert ze meteen. Toch neem ik de mening van de arts serieus. Op zijn advies koop ik dure schoentjes, zodat Lise zeker goed op haar voetjes kan leren staan. Ook maak ik een afspraak met een lokale fysiotherapeut. Zij komt bij ons langs en kijkt hoe Lise zich beweegt. Haar reactie is erg verfrissend. 'Als je me niets verteld had dan had ik eigenlijk niets aan haar gezien.' Lise ligt qua ontwikkeling zelfs voor 'op schema'. Dit is duidelijk het verschil tussen een fysiotherapeut die zoekt naar problemen, omdat hij haar voorgeschiedenis kent, en een fysiotherapeut die haar gewoon beschouwt als een nieuwe patiënt.
2: Slapen en drinken
Het tweede voorbeeld gaat over Lise's slaap en drinkgedrag. Een paar maanden geleden mailde ik het ziekenhuis hier al over. Lise was toen bijna 1, maar wilde nog minimaal twee keer per nacht drinken en er was absoluut geen sprake van doorslapen. Ik vond dit vreemd, omdat Lise verder geen grote eter is. In mijn mail vroeg ik of dit gedrag te maken kon hebben met aandoening, maar dit werd weggewuifd. We moesten maar aan slaaptraining gaan doen, om haar dit af te leren. Dit idee stond me tegen, omdat we haar dan gecontroleerd moesten laten huilen. Gelukkig kreeg Lise voor die tijd haar VUDO, leerden wij katheteriseren en begonnen we met medicatie om haar blaas te ontspannen. De eerste nacht na een volledige dag medicatie werd Lise maar één keer wakker om te drinken. Een paar dagen later sliep ze zelfs de hele nacht door.. Dat kon eigenlijk geen toeval zijn. Als je er over nadenkt is het ook logisch. Slapen terwijl je continu het gevoel hebt dat je moet plassen, maar dat niet kunt, is geen pretje! Slaapt ze nu elke nacht door? Nee.. de ene nacht gaat beter dan de andere, maar de verbetering was blijvend. Geen gedragsprobleem dus, maar wel degelijk iets dat te maken had met haar medische problemen!
Hiervan hebben we geleerd om nog meer op ons eigen inzicht te vertrouwen. Natuurlijk waarderen we de artsen ontzettend, maar uiteindelijk kennen ouders hun kind het beste.
1. Een frisse blik
Tijdens de vorige Spinapoli maakte de fysiotherapeut zich zorgen over de stand van Lises voetjes. Door de beschadiging van haar zenuwen heeft ze een lichte klauwstand van haar tenen. Ook heeft ze volgens hen teveel mobiliteit in haar enkels. Dit kan problemen opleveren, omdat ze dan minder stevig staat en minder snel gaat lopen. In de periode na de Spinapoli blijkt hier alleen niets van. Lise gaat staan en vrijwel meteen lopen langs meubels. Soms zet ze een voet vreemd neer, maar dit corrigeert ze meteen. Toch neem ik de mening van de arts serieus. Op zijn advies koop ik dure schoentjes, zodat Lise zeker goed op haar voetjes kan leren staan. Ook maak ik een afspraak met een lokale fysiotherapeut. Zij komt bij ons langs en kijkt hoe Lise zich beweegt. Haar reactie is erg verfrissend. 'Als je me niets verteld had dan had ik eigenlijk niets aan haar gezien.' Lise ligt qua ontwikkeling zelfs voor 'op schema'. Dit is duidelijk het verschil tussen een fysiotherapeut die zoekt naar problemen, omdat hij haar voorgeschiedenis kent, en een fysiotherapeut die haar gewoon beschouwt als een nieuwe patiënt.
2: Slapen en drinken
Het tweede voorbeeld gaat over Lise's slaap en drinkgedrag. Een paar maanden geleden mailde ik het ziekenhuis hier al over. Lise was toen bijna 1, maar wilde nog minimaal twee keer per nacht drinken en er was absoluut geen sprake van doorslapen. Ik vond dit vreemd, omdat Lise verder geen grote eter is. In mijn mail vroeg ik of dit gedrag te maken kon hebben met aandoening, maar dit werd weggewuifd. We moesten maar aan slaaptraining gaan doen, om haar dit af te leren. Dit idee stond me tegen, omdat we haar dan gecontroleerd moesten laten huilen. Gelukkig kreeg Lise voor die tijd haar VUDO, leerden wij katheteriseren en begonnen we met medicatie om haar blaas te ontspannen. De eerste nacht na een volledige dag medicatie werd Lise maar één keer wakker om te drinken. Een paar dagen later sliep ze zelfs de hele nacht door.. Dat kon eigenlijk geen toeval zijn. Als je er over nadenkt is het ook logisch. Slapen terwijl je continu het gevoel hebt dat je moet plassen, maar dat niet kunt, is geen pretje! Slaapt ze nu elke nacht door? Nee.. de ene nacht gaat beter dan de andere, maar de verbetering was blijvend. Geen gedragsprobleem dus, maar wel degelijk iets dat te maken had met haar medische problemen!
Hiervan hebben we geleerd om nog meer op ons eigen inzicht te vertrouwen. Natuurlijk waarderen we de artsen ontzettend, maar uiteindelijk kennen ouders hun kind het beste.